Skip to main content

Het Advies van de Denktank Scheveningseweg is donderdag 13 april aan wethouder Tom de Bruijn aangeboden. De Bomenstichting Den Haag heeft gekozen voor de variant waarbij zoveel mogelijk bomen gespaard blijven. De afgelopen maanden heeft de Denktank intensief nagedacht over allerlei mogelijke varianten voor de sporenvervanging van tramlijn 1 over de Scheveningseweg. De Denktank heeft uiteindelijk twee varianten naar voren geschoven.
De Bomenstichting Den Haag (BDH) heeft samen met Archipel & Willemspark, Behoudpagina Scheveningse Bosjes, SOS en Zorgvliet voortdurend gezocht naar een variant die het meest tegemoet komt aan de opgave van de wethouder: spoorvervanging tramlijn 1 Scheveningseweg met zo min mogelijk verlies van groen en bomen.

Aan deze randvoorwaarde kan alleen worden voldaan wanneer zo min mogelijk wordt geroerd in de bodem. Immers daar bevinden zich de wortels van bomen, die in de loop van vele jaren tussen poeren, onder rails zijn doorgegroeid. Dat was ook altijd het beleid: trams en bomen bestaan naast elkaar.
Daarom heeft de BDH gekozen voor de variant, waarbij nieuwe funderingspalen aan de wortelluwe zijde van de bestaande poeren worden geslagen. De nieuwe rails komt ongeveer op dezelfde plaats te liggen als de huidige, versleten, rails. Het grote voordeel is dat de wortels van de bomen tussen rijbaan en rails evenals die van de bomen aan de boszijde van de rails grotendeels ongemoeid blijven. Bestaande bomen kunnen blijven staan.
Van deze variant heeft de gemeente echter geen tekening gemaakt.

De andere organisaties (AVN, Fietsersbond, Platform OVHA, Rover, Scheveningen-Dorp, Statenkwartier, Van Stolkpark) hebben de voorkeur gegeven voor de zgn. ‘verschoven ligging’ van het nieuwe spoor. De rails komen in een betonnen bak te liggen over het gehele traject van ruim 2 km lengte en ruim 6 meter breedte. De betonnen bak wordt ruim 1 meter richting bos opgeschoven. Drie rijen bestaande poeren worden verwijderd (ten koste van een grote hoeveelheid wortels van bomen zowel die langs de rijbaan als die aan de boszijde). Er wordt een cunet gegraven van 1,5 meter diepte: alle wortels worden er verwijderd. Het zal duidelijk zijn dat het opschuiven ten koste gaat van veel (wortels van) bomen (soms hele grote en oude exemplaren). We merken daarbij op dat de werkruimte aan weerszijden hierbij nog niet is meegenomen in de berekening van het aantal bomen, dat wegvalt. Evenmin is meegenomen dat bij de graafwerkzaamheden wortels van bomen aan weerszijde van het cunet, die zouden moeten biljven staan, zodanig beschadigd kunnen raken dat ook die bomen het niet overleven. Het gevolg van deze variant zal een kaalslag zijn, groter dan bij de Nieuwe Parklaan. Deze organisaties verdedigen de kaalslag met een totale herinrichting van de Scheveningseweg met strakke bomenrijen zoals op oude tekeningen te zien is. De ‘verschoven ligging’, gepaard gaande met de herinrichting, gaat ten koste van veel meer bomen dan de variant waar de BDH voor heeft gekozen. Wij vinden dat – als het beeld met strakke bomenrijen een wens is – dit te realiseren is met het zgn. ‘uitsterfbeleid’. Dat wil zeggen dat wanneer bomen in de loop der jaren uitvallen (door ziekte of ouderdom), de nieuwe bomen in strakke rijen geplant worden.
Herinrichting en kaalslag vallen overigens buiten de opdracht van de wethouder.

De berekening van de aantallen bomen is gebaseerd op veel aannames en veel onzekerheden. We hebben daarom gevraagd om het definitieve Advies pas te geven nadat de aannames en onzekerheden nader zouden zijn uitgewerkt. Maar dat vond de gemeente niet nodig. We hebben ook gevraagd om het definitieve Advies aan de wethouder ‘voorlopig’ te noemen. Maar ook dat wilde de gemeente niet honoreren. Daarom hebben we de wethouder om een gesprek gevraagd.

We hopen dat de wethouder vast houdt aan zijn randvoorwaarden en dat hij de prachtige Scheveningseweg koestert. Hij vertelde in ieder geval boeiend over zijn eerste kennismaking met de Scheveningseweg (jaren geleden): een prachtige lange groene laan met bomen.