Skip to main content

In het kader van het populierenvervangingsplan van de gemeente Den Haag zullen er in  2022 en 2023 ruim 550 populieren worden gekapt en vervangen door nieuwe bomen. Zie ook de gemeentelijke pagina over het populierenvervangingsplan van de gemeente. In 2019 en in 2020 zijn ruim tweeduizend populieren gekapt en vervangen. In 2016 ging het om meer dan 800 populieren. Jaarlijks leidt dit bij veel Hagenaren tot grote ontsteltenis. Er zijn (en waren) vele protesten; organisaties zoals de Bomenstichting Den Haag en Vijf voor Twaalf voerden actie, tot een rechtszaak aan toe, voor het behoud van de populieren.

In de beginjaren trok de gemeente veel tijd uit om de bewoners van de stadsdelen te informeren. Er werden zelfs verschillende bijeenkomsten georganiseerd, waar bewoners hun voorkeur voor kap of snoei van de bomen, alsmede voor soorten die in plaats van de populieren worden geplant bekend konden maken. Een deel van de bewoners van de Bovendijk, Van Boetzelaerlaan/Statenlaan en de Volendamlaan kozen voor vervanging van de populieren, voor de Conradkade werd eveneens door een aantal bewoners de voorkeur gegeven aan gefaseerde vervanging. 

Hoewel een aantal omwonenden nu geen bezwaar lijkt hebben tegen de kap, blijft de Bomenstichting Den Haag bij haar kritiek op de wijze waarop de populieren worden beoordeeld. Populieren zijn erg gevoelig voor spontane takbreuk, zo luidt de reden voor de kap. “De gemeente heeft de wettelijke zorgplicht ter voorkoming van gevaar door bomen”, wordt er dikwijls aan toegevoegd. Het is een feit dat bij populieren op latere leeftijd grote takken kunnen afbreken. Dit geldt echter niet voor alle populierensoorten. De gevoeligheid voor takbreuk hangt sterk af van de soort of cultivar en de mate waarin de boom aan de wind is blootgesteld. De standplaats van de boom bepaalt daarnaast de zogeheten ‘gevaarzetting’: midden in een plantsoen geeft een boom een aanmerkelijk lager risico dan vlak langs een drukke verkeersweg of een kinderspeelplaats. Bovenstaande factoren dienen zorgvuldig tegen elkaar te worden afgewogen, alvorens men een oordeel over een boom velt.

Bomenwacht Nederland (BWN) onderzocht in opdracht van de gemeente de populieren, in 2014 en 2018. De BWN kent een boom een ‘kwaliteitsgetal’ toe, dat verkregen wordt door het vermenigvuldigen van drie grootheden: Conditie, Veiligheid en Beheerbaarheid. Het kwaliteitsgetal resulteert vervolgens in een beheermaatregel en een vervangingstermijn. Volgens BWN was een groot deel van de onderzochte populieren er zo slecht aan toe dat kappen de enige optie was. Snoeien is volgens BWN en de gemeente geen wenselijke maatregel. Het risico van takbreuk wordt slechts uitgesteld en is bovendien te kostbaar. De BDH plaatste veel kanttekeningen bij deze beoordelingsmethode en vroeg twee deskundigen om een oordeel.

Drs. Veronica van Amerongen van Groendirectie.holland gaf in haar rapport een veel genuanceerder beeld: ten eerste had een aantal van de bomen na een snoeibeurt heel goed gehandhaafd kunnen blijven. De kosten voor snoei zijn volgens haar bovendien lager dan de gemeente doet voorkomen. Daarnaast stelde Van Amerongen vast dat de beoordeling van de populieren aan de hand van het kwaliteitsgetal niet nauwkeurig genoeg is. Het vermenigvuldigen van drie grootheden, die niet duidelijk gedefinieerd zijn leidt nimmer tot een betrouwbare uitkomst. Het begrip ‘beheerbaarheid’ blijft erg vaag. Het is onduidelijk of het hier louter om technische aspecten gaat of ook over de financiering. Dr. Ron Jansen, methodologiedeskundige en hoofddocent aan de Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde van de VU Amsterdam, onderzocht eveneens de methode van BWN en kwam tot dezelfde conclusie.

> Bekijk hier het rapport van Drs. Van Amerongen

> Bekijk hier het rapport van Dr. Jansen

De wetenschappelijk onderbouwde kritiek van deskundigen heeft ook de Raad van State niet kunnen overtuigen. De BDH verloor het beroep in de zaak tegen de gemeente. Toch wekt het verbazing dat de gemeente wederom de populieren door BWN laat inspecteren. Nota bene op verzoek van de gemeente Den Haag namens de G32 (de 32 grootste gemeenten) stelde de Universiteit Wageningen (WUR) een landelijke Richtlijn op voor vervangingsplannen voor populieren in stedelijke omgeving (februari 2018). Deze richtlijn bestaat uit een stappenplan waarmee in acht stappen nauwkeurig de staat en het veiligheidsrisico van een populier kunnen worden bepaald. Eerst dienen de soort of cultivar, de stamdiameter en de locatie te worden vastgesteld. Vervolgens moet de kroon op kroonvervorming worden beoordeeld. Deze gegevens worden in een matrix opgenomen waarin de gevaarzetting van de boom (vier categorieën, verbonden aan de standplaats: o.a. drukke weg of rustig plantsoen) wordt afgezet tegen de mate van kroonverval (drie categorieën: geen, matig, ernstig). Uit deze matrix kan een passende maatregel kan worden afgeleid. Voor bijvoorbeeld een boom langs een drukke weg, met ernstig kroonverval betekent dit dat direct rooien de beste maatregel is. Maar een boom met matig kroonverval in een rustig plantsoen kan met periodieke snoei nog vele jaren blijven staan. De laatste twee stappen betreffen de evaluatie van de genomen maatregelen, en – in het geval de desbetreffende boom niet gekapt is – jaarlijkse monitoring.

Zowel de gemeente als de BWN stellen dat de beoordeling van de 2.228 populieren die binnen twee jaar gerooid zullen worden volgens de richtlijn van de WUR heeft plaatsgevonden. Het tegendeel is echter het geval. BWN houdt vast aan zijn eigen methode. De vrees is groot dat daardoor net als in 2016 vele bomen onterecht gekapt worden. Wederom staan er soorten op de lijst die volgens de WUR nauwelijks last hebben van spontane takbreuk, zoals de grauwe abeel. Bovendien staat een aantal populieren in plantsoenen die niet of nauwelijks betreden worden. Snoei van de takken is in dit geval meer op zijn plaats.

De Bomenstichting Den Haag vreest bovendien dat de gemeente vooral financiële motieven heeft bij het kappen van de populieren. Kappen is volgens de verouderde taxatie-methode van NVTB (Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen) weliswaar goedkoper dan het regelmatig snoeien en controleren van bomen, een volgroeide boom in een drukke stad heeft echter ook economische waarde die vrij nauwkeurig bepaald kan worden door middel van het nieuwe i-Tree-systeem. In deze nieuwsbrief is het al aan de orde gekomen: een volwassen boom vangt meer fijnstof af, neemt meer kooldioxide op en drinkt meer water. Bomen verhogen de waarde van vastgoed aanzienlijk. Maar bovenal maken imposante bomen de stedeling een gelukkiger en gezonder mens. En dat is niet in geld uit te drukken!