Nog even iets over de al genoemde afdeling 18 (“de omgevingsvergunning”): de complete voormalige Haagse bomenverordening is overgeheveld naar die afdeling, dus niet alleen de inhoudelijke regeling van de kapvergunning, maar – een beetje verwarrend – ook onderwerpen die weinig te maken hebben met de omgevings-/kapvergunning, met name:
– verplichtingen die door het gemeentebestuur aan de eigenaar van een boom kunnen worden opgelegd als die ziek is;
– de minimale afstand van een boomstam tot de grens van het erf.
Deze minimale afstand is van belang in de onderlinge verhouding tussen buren en is in de APV vastgesteld op grond van het Burgerlijk Wetboek. Die minimale afstand is 0,5 m voor bomen en nihil voor heesters en heggen.