Zorgplicht
Er is naast de zorgplicht voor eenieder van de Wnb ook een zorgplicht van de eigenaar van een of meer bomen. Deze zorgplicht dient ter bescherming van medeburgers en hun eigendommen. De oorsprong van deze zorgplicht is te vinden de voorschriften over ‘onrechtmatige daad’ in Boek 6 van het Burgerlijk wetboek (BW), te weten artikel 6.162. De zorgplicht voor bomen betekent dat de boomeigenaar zijn boom moet onderhouden en regelmatig inspecteren ten behoeve van de veiligheid.

Boomveiligheidscontrole (BVC)
De veiligheid van een boom wordt beoordeeld met behulp van een Visual Tree Assessment (VTA).  De veiligheid rond bomen is grotendeels afhankelijk van de stabiliteit van de boom. Met stabiliteit wordt niet alleen de vastheid van het wortelstelsel bedoeld, maar ook de sterkte van de stam, kroon en takken. De BVC-controle is daarom vooral gericht op het visueel beoordelen van de stabiliteit.

De controle door een erkende BVC-deskundige voldoet. Verslaglegging is belangrijk. Een goede aanpak kan aansprakelijkheid voor de schade door toch ontstane ongevallen voorkomen.
In Hoofdstuk 4 van het Routeboek Stadsbomen in Beheer – een bijlage van de Nota Stadsbomen – doet de gemeente Den Haag uit de doeken hoe de Boomveiligheidscontrole wordt uitgevoerd en hoe per boom de risicocategorie wordt vastgesteld.

Op basis van rechtspraak wordt in de praktijk onderscheid gemaakt tussen:

  • algemene zorgplicht (systematische boomcontrole en zo nodig maatregelen)
  • verhoogde zorgplicht (jaarlijkse controle voor bomen met verhoogde gevaarzetting)
  • onderzoeksplicht (bomen waar uitwendige gebreken zijn vastgesteld die gevaar kunnen opleveren).

Doel is: maatregelen bepalen en uitvoeren om risico te minimaliseren.