Skip to main content

Een kapvergunning is een omgevingsvergunning

De regeling van de Haagse kapvergunning is opgenomen in afdeling 18 van de Algemene plaatselijke verordening (APV) van de gemeente Den Haag. Die afdeling is getiteld ‘de omgevingsvergunning’. De kapvergunning is immers een van de onderdelen van die omgevingsvergunning. Een kapvergunning kan afzonderlijk verleend worden en heet ook dan formeel ‘omgevingsvergunning’. Maar de kapvergunning kan natuurlijk ook een onderdeel zijn van een meeromvattende omgevingsvergunning voor een groot bouwproject met alles erop en eraan. In het laatste geval zal men uit de openbare kennisgeving van de aanvraag niet zonder meer kunnen opmaken welke benodigde deelvergunningen (bouw-, aanleg-, sloop-, uitweg-, kapvergunning) de aanvraag allemaal omvat.

> Bekijk de artikelen over kapvergunningen en andere boomzaken in de Haagse APV

Inhoudelijke aspecten

De inhoudelijke aspecten van de kapvergunning zijn geregeld in de Haagse APV waarin de voormalige Bomenverordening is opgenomen. Met name is van belang:

  • Het verbod om zonder vergunning of (als het om monumentale bomen gaat) ontheffing een boom te (doen) vellen (Haagse APV, art 2:87).
  • Onder vellen wordt verstaan: kappen, rooien, met in begrip van verplanten, kandelaberen, het snoeien van meer dan 30% tot maximaal 50% van het kroonvolume, alsmede het verrichten van handelingen zowel boven- als ondergronds, die de dood, ernstige beschadiging of ontsiering van houtopstand ten gevolge kunnen hebben.
  • Dit betreft bomen met een omtrek van de stam van minimaal 30 centimeter op 1.30 meter boven het maaiveld gerekend langs de stam;
  • Als het gaat om bomen op achtererven van woningen geldt veelal als ondergrens voor de vergunningplicht een omtrek van de stam van minimaal 90 centimeter op 1,3 meter boven maaiveld.
  • Er zijn enkele uitzonderingen, bij voorbeeld voor het vellen ‘bij wijze van dunning’ (voorzorgsmaatregel ter bevordering van de groei en instandhouding van een houtopstand).
  • De Haagse APV regelt ook de gronden waarop een eventuele weigering van de vergunning kan worden gebaseerd (te weten: natuur-, educatieve en milieuwaarden alsmede belevings- en gebruikswaarden).

Ook zijn vermeldenswaard de bepalingen over:

  • verplichte advisering door de Adviesraad Monumentale Bomen als het om monumentale bomen gaat;
  • bijzondere voorschriften die aan de vergunning kunnen worden verbonden in het belang van bescherming en behoud van nabije houtopstanden;
  • de mogelijkheid dat een herplantverplichting wordt verbonden aan de vergunning.

Aanvraagprocedure omgevingsvergunning

De procedure voor de behandeling van een aanvraag om een omgevingsvergunning (dus ook een kapvergunning) is geregeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en in uitvoeringsmaatregelen van die wet. Dit is dus vastgelegd op nationaal niveau en niet in de Haagse APV.