Skip to main content

Natura artis magistra — ‘De natuur is de leermeesteres van de kunst’

Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hoge pluimen
aan de einder staan  

– Herinnering aan Holland, H. Marsman, 1936 

Weerspreuk: Als in maart felle wind gaat komen, komt er veel fruit aan de bomen

Zonder bomen was er geen beschaving. Zonder bomen geen hout om vuur te maken. Zonder hout geen huizen, geen gereedschap, geen schepen. In de vroegste culturen kregen bomen bijzondere eigenschappen toegedicht. De vruchten van de levensboom uit de Bijbel geven het eeuwige leven. De Kelten geloofden dat wie een boom kapte, snel dood zou gaan. Daarnaast heeft hun schoonheid  altijd tot de verbeelding gesproken. Architectuur, schilderkunst, literatuur, poëzie en muziek: in bijna elke kunstvorm laten kunstenaars zich veelvuldig inspireren door bomen. In andere culturele uitingen zoals spreekwoorden en gezegden spelen bomen eveneens een grote rol.  

Naast de – vaak droevige – berichtgeving over bomen in Den Haag vormt deze rubriek over bomen in de kunsten een vrolijker tegenhanger. Vandaag de dag gaat het vooral over het belang van bomen voor het klimaat. Daardoor zouden we bijna vergeten dat bomen ook vooral bijzonder mooi zijn en een positieve uitwerking hebben op het gemoed van de mens. In elke aflevering van onze nieuwsbrief laten we een kunstwerk waarin een boom de hoofdrol speelt voor het voetlicht komen.   

Ditmaal blijven we met “Hollands polderlandschap met vaart en bomen” van Jan Willem van Borselen dichtbij huis. Van Borselen werd in 1825 in Gouda geboren als zoon van de onderwijzer en directeur van het Waalse weeshuis in Den Haag Pieter van Borselen. Hij ging in de leer bij zijn vader, die tevens schilder van landschappen en stadsgezichten was, en Ary Schelfhout. Hij was lid van onder andere de Hollandsche Teekenmaatschappij en Pulchri Studio. Van Borselen schilderde vooral landschappen in het Groene Hart: de omgeving van Gouda, de Hollandse IJssel en Zoetermeer. Koning Willem III was zeer gecharmeerd van het werk van Van Borselen en kocht enkele van zijn werken. In 1892 stierf hij in Den Haag.  

Op dit zomerse tafereel van een polderlandschap zien we een paar knotwilgen, in dit geval schietwilgen. De beharing van de bladeren van schietwilgen geeft de zo typerende zilvergrijze kleur, die Van Borselen hier bijzonder goed heeft getroffen. Door de vele wilgen die hij schilderde, werd hij ook wel de ‘wilgenschilder’ genoemd.  

Dit werk geeft tevens een schitterend beeld van het Hollandse polderlandschap, dat nu helaas erg zeldzaam is geworden. Knotwilgen hebben nauwelijks nog economische betekenis maar zijn van grote cultuurhistorische waarde. Door stedelijke uitbreiding en schaalvergroting van de landbouw verdwijnt dit beeld langzaam maar zeker. Dit schilderij herinnert ons er aan dat we dergelijke landschappen die ons nog resten moeten koesteren! 

Hollands polderlandschap met vaart en bomen, J.W. van Borselen. ©Kunsthandel Mark Smit, Ommen. Dit schilderij maakte ooit deel uit van de collectie van koning Willem III.