Skip to main content

De Raad van State (RvS) heeft het hoger beroep van de Bomenstichting Den Haag over de massale populierenkap in Den Haag ongegrond verklaard. Deze kap vindt plaats in het kader van het gemeentelijke vervangingsplan populieren, omdat de populieren onveilig (zouden) zijn.
BDH is wel teleurgesteld, maar toch niet ontevreden, want onze kritiek wordt door velen gedeeld.

BDH had gesteld dat de methode van Bomenwacht Nederland – het door de gemeente ingeschakelde boomadviesbureau – om populieren te beoordelen ondeugdelijk is. Daarom waren de kapvergunningen volgens ons onvoldoende zorgvuldig voorbereid en gemotiveerd.

De twee belangrijkste punten uit de uitspraak:
Eerste punt. De RvS vindt het hoger beroep onvoldoende gemotiveerd. De RvS focust daarbij op het aspect veiligheid van de populieren.
Wij hebben ons geconcentreerd op het aantonen van de ondeugdelijkheid van de beoordelingsmethode en dus niet zo zeer op de feitelijke toestand van de populieren.
We blijven dan ook vinden dat de scoringsmogelijkheden van de criteria (conditie, veiligheid, beheerbaarheid) van de Bomenwacht onvoldoende onderscheidend zijn. De daaraan gekoppelde vervangingstermijn, berust mede daarom op drijfzand. Wij baseerden ons op rapporten van bomenbureau Groendirectie Holland, de Landelijke Bomenstichting, de Wageningse Universiteit en methodologiedeskundige Ronald Janssen.

Tweede punt. De RvS wijst erop dat de gemeentelijke groenbeheerders de resultaten van de Bomenwacht Nederland beoordelingsmethode in alle gevallen hebben onderschreven.
Wij zijn het niet eens met de waarde die de RvS hecht aan de rol van de groenbeheerders, omdat zij de beoordeling van Bomenwacht Nederland in alle gevallen klakkeloos hebben overgenomen.

Opmerkelijk is het dat de RvS niet is ingegaan op de mededeling ter zitting van een medewerker van de Wageningse Universiteit (WUR) dat hij een Richtlijn opstelt om takbreuk bij populieren te beoordelen. Dit gebeurt in opdracht van de gemeente Den Haag namens de G32 (de 32 grotere gemeenten), die kritiek heeft op de beoordelingsmethode van Bomenwacht. Zo weten wij bijvoorbeeld dat Amsterdam een eigen – veel betere – methode heeft ontwikkeld en haar groenbeheerders intensief heeft laten opleiden door de landelijke Bomenstichting, die ook bijdraagt aan het Richtlijn van de WUR. Helaas heeft de gemeente Den Haag zijn eigen groenbeheerders niet opgeleid.